Klachten regeling

Lefie

Maart 2023

Inleiding

In het geval ouders klachten hebben over de geboden diensten, of de oudercommissie klachten heeft over het kindcentrum is het van belang dat deze klachten zorgvuldig worden behandeld en onderzocht.

In de meeste gevallen kunnen klachten met en door de directbetrokkene(n) worden opgelost. Voor situaties waarin dit niet mogelijk blijkt, is een vastgelegde regeling nodig. Naast de waarde van de regeling voor degene met de klacht,heeft een klachtenregeling ook waarde voor het kinderdagverblijf.

Klachten geven informatie over (mogelijk) zwakke plekken in de organisatie. Een klacht kan gezien worden als een kans. Door een klacht serieus te nemen en er serieus naar te kijken, kun je als instelling hierop wellicht je kwaliteit verbeteren. Kinderdagverblijf LEFIE is een lerende organisatie die open staat voor suggesties/klachten van o.a. ouders.

Het doel van de klachtenregeling

Het doel van de klachtenregeling is het bieden van een zo objectief mogelijke beoordeling van hetgeen waarover de klacht is ontvangen en de klacht naar ieders tevredenheid op te

lossen. Een klacht kan betrekking hebben op alle aspecten van de organisatie en de dienstverlening, zoals deze zich kunnen voordoen in de relatie tussen het kinderdagverblijf en de ouders. In eerste instantie moet gezocht worden naar een oplossing binnen de kring van de direct betrokkene(n), met zo weinig mogelijk procedure‐eisen. Het is echter niet altijd mogelijk op deze wijze tot een passende oplossing te komen. In deze gevallen is een formele klachtenregeling noodzakelijk. De klachtenregeling kan eveneens worden gebruikt door ex-gebruikers, mits de klacht binnen twee maanden na beëindiging van het gebruik is ingediend.

De procedure

Tijdens de hele procedure wordt de privacy gewaarborgd

1.Als een ouder een klacht heeft, nemen we deze klacht altijd serieus en wordt deze zorgvuldig onderzocht door de houder. De houder houdt de ouder zoveel mogelijk op de hoogte van de voortgang van de behandeling.
de klacht wordt zo spoedig mogelijk doch uiterlijk 6 weken na indiening bij de houder afgehandeld.

2.Kleine klachten worden mondeling besproken met de aanwezige pedagogisch medewerker, zij beslist (eventueel in overleg met haar collega’s) hoe de klacht wordt opgelost. Indien nodig worden er door het team afspraken gemaakt. Als het niet mogelijk is om de klacht direct op te lossen wordt er een schriftelijke aantekening gemaakt, bij voorkeur in aanwezigheid van de ouder. De pedagogisch medewerker koppelt de voorgestelde oplossing en afspraken binnen een week terug aan de ouder(s). Indien van toepassing maakt zij melding van de klacht, de oplossing en de eventuele afspraken bij haar collega’s. De klacht, de oplossing en eventuele aanvullende afspraken worden gemeld aan de locatiemanager. Is de ouder niet tevreden met de uitkomst van de klachtenbehandeling dan wordt stap 3 in werking gesteld.

3.Grotere klachten (indien deze mondeling gedaan worden dienen ze ook  schriftelijk ingediend te worden) of schriftelijk ingediende klachten bij de betreffende locatie: De pedagogisch medewerker maakt binnen twee weken een afspraak met ouders en eventueel locatiemanagement voor een persoonlijk gesprek waarin de klacht samen besproken wordt. Gezamenlijk wordt gezocht naar een oplossing en worden eventueel gemaakte afspraken schriftelijk vastgelegd. De locatiemanager houdt een dossier bij van de klachtbehandeling. Na een maand informeert de locatiemanager bij de ouders of de klacht naar tevredenheid is opgelost.

4.Klachten die schriftelijk (per brief of email) worden ingediend bij de hoofdlocatie :In eerste instantie wordt samen met ouder(s) en locatiemanagement besproken of de klacht op de betreffende vestiging kan worden besproken en opgelost. Als dit het geval is wordt terug gegaan naar stap 2 of stap 3.Indien de klacht niet op deze manier behandeld kan worden, of niet direct betrekking heeft op de locatie (bijvoorbeeld; plaatsingscriteria, doelgroepkind, dienstverlening hoofdkantoor), wordt er door het locatiemanagement en de eigenaar van LEFIE  (jet goedhart) een afspraak gemaakt met de ouder(s) om de betreffende klacht samen te bespreken. Gezamenlijk wordt gezocht naar een oplossing en worden eventuele afspraken schriftelijk vastgelegd. De locatiemanager houdt een dossier bij van de klachtbehandeling.

5.Het locatiemanagement en de eigenaar van LEFIE  (Jet Goedhart) verstrekken de ouder een schriftelijk en met reden omkleed oordeel over de klacht, inclusief een concrete termijn waarbinnen eventuele maatregelen zullen zijn gerealiseerd.
6.Indien een ouder niet tevreden is over de interne klachtafhandeling van LEFIE, kan een klacht worden ingediend bij de Geschillencommissie Kinderopvang en Peuterspeelzalen. De eigenaresse  (Jet Goedhart)draagt zorg voor de informatieverstrekking over deze procedure aan de ouders.

Ondersteuning en melding van klachten

Voor ouders en medewerkers

Ondanks dat alles goed gaat kan het altijd gebeuren dat ouders of medewerkers een klacht hebben over de wijze waarop aan veiligheid en gezondheid wordt gewerkt. Maak voor ouders en medewerkers inzichtelijk wat ze kunnen doen wanneer ze een klacht hebben.

In geval van een klacht wordt ouders vanuit de rijksoverheid het volgende stappenplan geboden:

(Het is aan de ouders of ze stap 1 of stap 1 en 2 overslaan, onze voorkeur gaat uit naar de klacht intern op te lossen.)

Stap 1: Klacht indienen bij kinderopvangorganisatie

U kunt een klacht alleen schriftelijk indienen bij de kinderopvangorganisatie. Hoe u dit kunt doen, staat in hun klachtenregeling.

Stap 2: Contact opnemen met Geschillencommissie Kinderopvang/klachtenloket

Heeft de kinderopvangorganisatie geen klachtenregeling? Of reageert de organisatie niet binnen 6 weken op uw klacht of neemt die uw klacht niet serieus? Dan kunt u contact opnemen met de Geschillencommissie Kinderopvang./klachtenloket.

Van het loket krijgt u advies en informatie. Ook kunnen zij bemiddelen tussen u en de kinderopvangorganisatie. Deze dienst is gratis.

Stap 3: Klacht indienen bij Geschillencommissie Kinderopvang

Is uw klacht hierna nog niet opgelost? Dan kunt u het geschil voorleggen aan de Geschillencommissie Kinderopvang. U betaalt hiervoor een beperkte vergoeding (klachtengeld). Om dit te kunnen doen, moet u eerst de interne klachtenprocedure van de kinderopvangorganisatie doorlopen.

Hoewel we ons uiterste best doen een helder en zorgvuldig beleid te voeren ten aanzien van veiligheid en gezondheid, kan het altijd voorkomen dat een medewerker of ouder een klacht heeft. We staan open voor feedback, en bespreken deze klacht het liefst direct met de medewerker of ouder zelf om tot een oplossing te komen.

Indien we er met de medewerker of ouder op deze wijze niet uitkomen, dan kan de medewerker of ouder contact opnemen met  het klachtenloket en daarna zelfs de Geschillencommissie Kinderopvang.

Stapsgewijs helderheid van zaken:

Stap 1

Hulp bij klagen

Eerst dient u de klacht in bij de kinderopvangorganisatie. Dat is de voorwaarde.
Heeft u dat nog niet gedaan?

Hulp bij klagen

Eerst dient u de klacht in bij de kinderopvangorganisatie. Dat is de voorwaarde.
Heeft u dat nog niet gedaan?

Stap 2

Indienen klacht

U komt niet tot een oplossing, dien dan uw klacht in bij het Klachtenloket Kinderopvang.

Stap 3

Samen oplossen

Met advies, bemiddeling of mediation proberen wij samen met u de klacht op te lossen.

Stap 4

Uitspraak nodig

U komt samen niet tot een oplossing en u vraagt de Geschillencommissie Kinderopvang een uitspraak te doen.

Klachtenloket

https://www.klachtenloket-kinderopvang.nl/contact/

of

Bel ons op nummer 0900-1877
(gratis, maandag t/m vrijdag van 10:00-16:00 uur)

De geschillencommissie.nl

U kunt contact opnemen met De Geschillencommissie via het contactformulier op werkdagen.

Onze contactgegevens Postadres
Postbus 90600
2509 LP Den Haag

Bezoekadres
Bordewijklaan 46
2591 XR Den Haag

REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE KINDEROPVANG

per 1 januari 2018

Begripsomschrijving

Artikel 1.

In dit reglement wordt verstaan onder:

Samenstelling en taak

Artikel 2.

1. De commissie bestaat uit een door de stichting te bepalen aantal onafhankelijke leden: één of meer door de stichting aangezochte voorzitters en één of meer door BOinK en de Consumentenbond gezamenlijk en door Brancheorganisatie Kinderopvang, Sociaal Werk Nederland en de Branchevereniging Maatschappelijke Kinderopvang (BMK) gezamenlijk voorgedragen leden. Alle leden worden benoemd door het bestuur van de stichting. De voorzitter(s) dient(nen) de hoedanigheid van meester in de rechten te hebben.

Aan de commissie kan een (plaatsvervangend) secretaris worden toegevoegd, die eveneens de hoedanigheid van meester in de rechten heeft.
Het secretariaat van de commissie wordt verzorgd door de stichting.

2. Aan de behandeling van voorgelegde geschillen nemen deel: een voorzitter, een lid voorgedragen door BOinK en de Consumentenbond gezamenlijk en een lid voorgedragen door de Brancheorganisatie Kinderopvang, Sociaal Werk Nederland en de Branchevereniging Maatschappelijke Kinderopvang gezamenlijk.

1. De commissie heeft tot taak geschillen tussen consument en ondernemer te beslechten, voorzover deze betrekking hebben op de totstandkoming of de uitvoering van overeenkomsten met betrekking tot door de ondernemer te leveren of geleverde diensten en/of zaken, alsmede op gedragingen van de ondernemer of van voor de ondernemer of door zijn tussenkomst werkzame personen jegens een ouder of een kind, dat gebruik maakt van de diensten van de ondernemer .

2. De commissie heeft tevens tot taak geschillen tussen oudercommissie en ondernemer te beslechten, voor zover deze betrekking hebben op een door de ondernemer voorgenomen of genomen besluit over een of meerdere onderwerpen als bedoeld in artikel 1.60 eerste lid van de wet, alsmede tussen partijen overeengekomen afspraken aanvullend op voornoemd wettelijk kader.

Artikel 3.

stichting commissie ondernemer consument oudercommissie

wet voorwaarden

: de Stichting Geschillencommissies voor Consumentenzaken;

: de Geschillencommissie Kinderopvang, ingesteld en in stand gehouden door de stichting;

: houder van een kindercentrum of van een gastouderbureau of van een peuterspeelzaal;

: de natuurlijke persoon die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf;

:advies- en overlegorgaan ingesteld door de ondernemer

of anderszins;
: Wet Kinderopvang (voorheen Wet kinderopvang en

kwaliteitseisen peuterspeelzalen);
: de algemene voorwaarden van de ondernemer.

Reglement Geschillencommissie Kinderopvang – 2 –

Bevoegdheid

Artikel 4.

1. De commissie is bevoegd een geschil tussen consument/oudercommissie en een ondernemer te behandelen, ongeacht of de ondernemer is geregistreerd. Bij een geregistreerde ondernemer, zal de commissie een bindende uitspraak doen en bij een niet geregistreerde ondernemer doet zij een niet bindende uitspraak. Ook kan de commissie een schikking tussen partijen bevorderen.

Ontvankelijkheid

Artikel 5.

De commissie verklaart de consument/oudercommissie in zijn klacht ambtshalve niet ontvankelijk:

indien en voor zover het geschil betrekking heeft op dood, lichamelijk letsel of
ziekte, tenzij dit aantoonbaar het gevolg is van het handelen of de nalatigheid van de ondernemer, in dat geval is de consument wel ontvankelijk inzake de gevolgen met uitzondering van letselschade.

indien het een geschil betreft over de niet-betaling van een factuur en daaraan geen inhoudelijke klacht ten grondslag ligt;
indien het een geschil betreft waarover de consument/oudercommissie of met inachtneming van artikel 6 lid 1 onder c de ondernemer reeds bij de rechter een procedure aanhangig heeft gemaakt of waarin de rechter reeds een uitspraak over de inhoud heeft gedaan.
1. De commissie verklaart op verzoek van de ondernemer – gedaan bij eerste gelegenheid – de consument/oudercommissie in zijn klacht niet ontvankelijk: a. indien hij zijn klacht niet eerst bij de ondernemer heeft ingediend;

indien hij zijn geschil vervolgens niet binnen 12 maanden, na de datum waarop
hij de klacht bij de ondernemer indiende, bij de commissie aanhangig heeft

gemaakt;

indien de ondernemer aan de consument/oudercommissie een termijn van vijf weken heeft gegeven om het geschil bij de commissie aanhangig te maken en de consument/oudercommissie van die mogelijkheid geen gebruik heeft gemaakt. De ondernemer dient daarbij aan te kondigen dat hij na het verstrijken van voornoemde termijn zich vrij zal achten het geschil aan de gewone rechter voor te leggen.

2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid, aanhef en onder a en b, kan de commissie besluiten het geschil toch in behandeling te nemen, indien het bepaalde in het eerste lid, aanhef en onder a en b, onder de gegeven omstandigheden naar het oordeel van de commissie in redelijkheid niet kan worden verlangd van de consument/oudercommissie.

Artikel 6.

De behandeling van geschillen

Artikel 7.

Artikel 8. Artikel 9. Artikel 10.

1. Partijen hebben het recht zich bij de behandeling van een geschil door derden te laten bijstaan of vertegenwoordigen.

2. Het geschil dient aan de commissie te worden voorgelegd door middel van een door de commissie te verstrekken en door de consument/oudercommissie in te vullen vragenformulier.

1. Degene die een geschil voorlegt, is een door de stichting vastgesteld bedrag aan klachtengeld verschuldigd.

2. Het in lid 1 bedoelde bedrag wordt door de commissie niet terugbetaald.

Indien de consument/oudercommissie niet binnen één maand na een daartoe strekkend verzoek voldoet aan het bepaalde in de artikelen 7 lid 2 en 8, wordt hij geacht het geschil te hebben ingetrokken. De commissie kan de termijn van één maand bekorten of verlengen.

De commissie zal een geschil niet behandelen of de behandeling staken, indien

Reglement Geschillencommissie Kinderopvang – 3 –

Artikel 11.

Artikel 12.

aan de ondernemer surseance van betaling is verleend, deze in staat van faillissement is geraakt, een schuldsaneringsregeling van kracht is geworden of zijn bedrijfsactiviteiten feitelijk heeft beëindigd, voordat het geschil door de commissie op de zitting is behandeld en een eindbeslissing is gewezen. Wanneer een van deze situaties zich voordoet, worden partijen geacht de commissie daarover te informeren.

Wordt het geschil door de ondernemer aan de commissie voorgelegd, dan wordt het geschil slechts in behandeling genomen indien de consument daarmee instemt en voldoet aan het bepaalde in het artikel 7 lid 2, waarna het geschil verder behandeld wordt overeenkomstig de in dit reglement vastgelegde procedure.

1. De commissie stelt de ondernemer schriftelijk in kennis van het in behandeling

nemen van het geschil, en stelt hem gedurende één maand in de gelegenheid zijn standpunt over het geschil schriftelijk aan de commissie kenbaar te maken.
Bij die gelegenheid kan tevens – mits betrekking hebbende op het onbetaalde deel van de dienst en/of zaak waarover het geschil gaat – een tegenvordering worden ingesteld.

De commissie kan de termijn van één maand bekorten of verlengen.
2. Het in het eerste lid bedoelde standpunt wordt door de commissie in afschrift aan

de consument/oudercommissie toegezonden. Ingeval van een tegenvordering stelt de Commissie de betrokken partij gedurende één maand in staat daarop schriftelijk te reageren. De Commissie kan deze termijn bekorten of verlengen.

1. Indien de commissie dit nodig acht of indien één partij of beide partijen hiertoe de wens te kennen geeft of geven, worden beide partijen opgeroepen teneinde mondeling te worden gehoord. De commissie stelt plaats, dag en uur vast en stelt partijen daarvan op de hoogte.

2. De commissie kan partijen op hun verzoek toestaan getuigen of deskundigen mee te nemen en door haar te doen horen. De namen en adressen dienen uiterlijk één week voor de zitting van de commissie aan haar te zijn opgegeven.

De commissie kan indien zij dat noodzakelijk acht zelf inlichtingen inwinnen, ondermeer door het horen van getuigen of deskundigen, door het instellen van een onderzoek of door het doen instellen van een onderzoek door één of meer door haar aan te wijzen deskundige(n).

De commissie geeft daarvan kennis aan partijen. Partijen kunnen bij het horen van getuigen of deskundigen desgewenst aanwezig zijn.
De commissie verstrekt een afschrift van het deskundigenrapport aan partijen, die daarop binnen twee weken schriftelijk bij de commissie kunnen reageren. De commissie kan de termijn van twee weken bekorten of verlengen.

1. De commissie beslist naar redelijkheid en billijkheid, met inachtneming van de tussen partijen gesloten overeenkomst en de daarvan deel uitmakende voorwaarden.
De commissie beslist met meerderheid van stemmen. Het bindend advies wordt door de voorzitter ondertekend en schriftelijk aan partijen medegedeeld.

2. Het bindend advies bevat, naast de beslissing, in elk geval: a. de namen van de leden van de commissie;
b. de namen en woon-, c.q. vestigingsplaatsen van partijen; c. de dagtekening van het bindend advies;

d. de motivering van de gegeven beslissing.

Artikel 13.

Artikel 14.

Uitspraak

Artikel 15.

Reglement Geschillencommissie Kinderopvang – 4 –

Artikel 16.

1. De commissie beslist over haar bevoegdheid, de ontvankelijkheid van partijen en het geheel of gedeeltelijk (on)gegrond zijn van de klacht.

2. De commissie kan voorts in een geschil met een consument de volgende beslissingen nemen:
♦ een door één van partijen te betalen (schade)vergoeding vaststellen; ♦ een betalingsverplichting vaststellen;

♦ aan de ondernemer en/of aan de consument nakoming opleggen van de overeenkomst;

♦ de overeenkomst ontbinden of de partij-ontbinding bevestigen;
alsmede iedere andere beslissing, die zij redelijk en billijk acht ter beëindiging van het geschil.

3. In een geschil met een oudercommissie beoordeelt de commissie of de ondernemer bij afweging van de betrokken belangen in redelijkheid tot het besluit heeft kunnen komen.
Indien de geschillencommissie de oudercommissie in het gelijk stelt, kan zij in haar uitspraak bepalen dat:
a. de ondernemer zijn besluit geheel of ten dele intrekt;
b. een of meer gevolgen van dat besluit ongedaan worden gemaakt.

Indien tijdens de behandeling van een geschil blijkt dat het geschil niet jegens de juiste partij aanhangig is gemaakt, verklaart de commissie de klacht ongegrond en wordt tevens een termijn bepaald, waarbinnen het geschil door de betrokkene opnieuw aanhangig kan worden gemaakt, zonder dat deze opnieuw klachtengeld verschuldigd is.

Indien de partijen bij de mondelinge behandeling tot een schikking komen, kan de commissie de inhoud daarvan in de vorm van een bindend advies vastleggen.

1. a. Indien het geschil aanhangig is gemaakt door een consument/oudercommissie en de klacht van de consument/oudercommissie door de commissie geheel of gedeeltelijk gegrond wordt bevonden, wordt in het bindend advies tevens bepaald, dat de ondernemer aan de consument/oudercommissie het door deze ingevolge artikel 8 betaalde klachtengeld geheel of gedeeltelijk moet vergoeden.

b. In afwijking van het bepaalde onder a wordt het klachtengeld door de ondernemer niet vergoed, indien de commissie de klacht van de consument/oudercommissie gegrond acht en haar beslissing overeenstemt met de oplossing die door de ondernemer aan de consument/oudercommissie werd voorgesteld voordat deze het geschil bij de commissie aanhangig maakte, maar die door de consument/oudercommissie niet werd geaccepteerd.

2. Het bepaalde in het eerste lid onder a is eveneens van toepassing, indien het geschil aanhangig is gemaakt door een consument/oudercommissie en de klacht van de consument/oudercommissie door de commissie weliswaar ongegrond wordt bevonden, maar de commissie van oordeel is dat het geschil desalniettemin op goede gronden aan haar is voorgelegd.

3. Indien het geschil aanhangig is gemaakt door de ondernemer en de klacht van de consument/oudercommissie door de commissie ongegrond wordt bevonden, wordt in het bindend advies tevens bepaald, dat de consument/oudercommissie aan de ondernemer het door deze betaalde klachtengeld geheel of gedeeltelijk moet vergoeden.

4. Bij een tussen partijen getroffen schikking na verzending van de oproep om mondeling te worden gehoord, behoeft het door de ene partij betaalde klachtengeld door de andere partij aan deze niet te worden vergoed.

Artikel 17.

Artikel 18. Artikel 19.

Reglement Geschillencommissie Kinderopvang – 5 –

Artikel 20.

Artikel 21.

Behoudens het bepaalde in artikel 19 komen de door partijen ter zake van de behandeling van het geschil gemaakte kosten voor hun eigen rekening, tenzij de commissie in bijzondere gevallen anders bepaalt. In een zodanig geval komen voor vergoeding door de geheel of gedeeltelijk in het ongelijk gestelde partij slechts in aanmerking de door de wederpartij in redelijkheid gemaakte kosten en wel tot een maximum van vijfmaal het bedrag dat ingevolge artikel 8, aan de commissie verschuldigd is.

1. De voorzitter van de commissie kan uit eigen beweging of op een binnen twee weken na de verzenddatum van het bindend advies door een partij schriftelijk gedaan verzoek een kennelijke fout in het bindend advies herstellen, dan wel – indien de gegevens genoemd in artikel 15 lid 2 onder a tot en met c onjuist zijn vermeld – tot verbetering van die gegevens overgaan.

2. Een verzoek als bedoeld in het eerste lid wordt in afschrift aan de wederpartij gezonden en schort de mogelijkheid van tenuitvoerlegging van het bindend advies op, totdat op het verzoek is beslist.

3. De wederpartij wordt twee weken in de gelegenheid gesteld op het verzoek als bedoeld in het eerste lid te reageren.

4. Herstel of verbetering geschiedt middels schriftelijke mededeling aan partijen.

Geheimhouding, wraking en verschoning

Artikel 22. Artikel 23.

De leden van de commissie zijn tot geheimhouding verplicht ten aanzien van alle de partijen betreffende gegevens die hen bij de behandeling van het geschil ter kennis zijn gekomen.

1. Elk van de leden van de commissie, die met de behandeling van het geschil belast zijn, kan door één of door beide partijen in het geschil worden gewraakt indien gerechtvaardigde twijfel bestaat aan zijn onpartijdigheid of onafhankelijkheid. Wraking kan worden gedaan uiterlijk binnen een week na de zitting waarop het geschil is behandeld.

2. Een wrakingsverzoek dient schriftelijk en gemotiveerd ingediend te worden. Tijdens een zitting kan het verzoek ook mondeling worden gedaan, maar dient het verzoek vervolgens uiterlijk binnen een week na zitting schriftelijk en gemotiveerd te worden ingediend. De behandeling van het geschil zal worden aangehouden totdat op het verzoek door de wrakingscommissie is beslist.

3. Een tijdig wrakingsverzoek wordt voorgelegd aan de wrakingscommissie van de stichting. De wrakingskamer neemt het verzoek tot wraking zo spoedig mogelijk in behandeling. De procedure voor de behandeling van een wrakingsverzoek is vastgelegd in het reglement van de wrakingscommissie van de stichting.

4. Op grond van feiten of omstandigheden als bedoeld in het eerste lid kan een lid van de commissie zich ter zake van de behandeling van een geschil verschonen. Hij is verplicht dit te doen, indien de beide overige leden van de commissie, die aan de behandeling van het geschil zullen deelnemen, van oordeel zijn dat de bedoelde feiten of omstandigheden zich te zijnen aanzien voordoen.

5. In geval van terechte wraking of verschoning wordt het betrokken lid (of leden) vervangen door een ander lid (of leden) van de commissie.

6. Zodra partijen op de hoogte zijn gesteld van de beslissing van de wrakingscommissie, zal de behandeling van het geschil zo spoedig mogelijk worden voortgezet.

Reglement Geschillencommissie Kinderopvang – 6 –

Verkorte Procedure

Artikel 24.

Artikel 25.

Artikel 26.

Artikel 27.

1. Wanneer de ondernemer een geplaatst kind en/of de ouder de toegang tot de locatie weigert voor de duur van de periode dat een normale opvang van het kind redelijkerwijs niet van de ondernemer verwacht mag worden en het kind niet op de gebruikelijke wijze kan worden opgevangen, kan de consument, indien hij het niet eens is met de geweigerde toegang en het overleg met de ondernemer niet tot een oplossing heeft geleid, dit aan de Geschillencommissie voorleggen met het verzoek het geschil in verkorte procedure te behandelen.

2. De commissie is samengesteld overeenkomstig artikel 2 lid 2.

Op de behandeling van het geschil in de verkorte procedure zijn behalve de specifieke bepalingen met betrekking tot de verkorte procedure de overige bepalingen van het reglement van de Geschillencommissie Kinderopvang voor zover mogelijk van overeenkomstige toepassing, met uitzondering van de artikelen 6, 9, 12, 13 lid 2, laatste volzin.

1. Het geschil wordt door de commissie slechts in behandeling genomen indien de consument binnen een week na de ontvangst van de bevestiging van de weigering door de ondernemer, het geschil voor de commissie aanhangig heeft gemaakt.

2. Niettemin kan de commissie, wanneer de consument de termijn in het vorige lid heeft overschreden, besluiten het geschil toch in behandeling te nemen indien de ondernemer heeft nagelaten in de weigering de consument erop te wijzen dat hij binnen een week het geschil aan de commissie kan voorleggen of indien de consument anderszins ter zake van deze termijnoverschrijding naar het oordeel van de commissie redelijkerwijs geen verwijt treft.

1. Het geschil dient door de consument bij de commissie aanhangig te worden gemaakt. De consument ontvangt per omgaande een bevestiging van het aanhangig maken van het geschil alsmede een vragenformulier.

2. De commissie stelt de ondernemer tegelijkertijd in kennis van het aanhangig maken van het geschil.

3. Het vragenformulier dient, indien deze niet reeds ingevuld en ondertekend door de consument is toegezonden, na ontvangst binnen een week ingevuld en ondertekend aan de commissie te worden geretourneerd. Bij overschrijding van deze termijn vervalt het recht op het voeren van een verkorte procedure.

4. Tegelijkertijd met de oproep voor de mondelinge behandeling van het geschil ontvangt de ondernemer ter kennisname een afschrift van het vragenformulier alsmede van alle andere van de consument ontvangen stukken met betrekking tot het geschil.

5. De uitspraak van de commissie in de verkorte procedure geldt als een bindend advies.

6. De uitspraak wordt schriftelijk en gemotiveerd zo spoedig mogelijk aan partijen meegedeeld.

Reglement Geschillencommissie Kinderopvang – 7 –

Slotbepalingen

Artikel 28.

Vernietiging van het bindend advies van de commissie kan uitsluitend plaatsvinden door het ter toetsing voor te leggen aan de gewone rechter binnen een maand na de verzending van de uitspraak aan partijen. De rechter zal het bindend advies vernietigen, indien de uitspraak in verband met de inhoud of wijze van totstandko- ming in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn. Door niet binnen voornoemde termijn de uitspraak aan de gewone rechter ter toetsing voor te leggen, wordt de uitspraak onaantastbaar.
Indien het bindend advies van de commissie niet binnen een maand na verzending ervan door de ondernemer is nagekomen en niet ter toetsing aan de gewone rechter is voorgelegd, kan op verzoek van de consument/oudercommissie de nakomingsgarantieregeling van het Garantiefonds Kinderopvang in werking treden.
In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist de commissie, met inachtneming van eisen van redelijkheid en billijkheid.

Artikel 29.

In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist de commissie, met inachtneming van eisen van redelijkheid en billijkheid.

Vragen? Stel die ons hier gerust

Locatie Eifel

Eifel 12
1567 KD Assendelft 

lefie@live.nl
06 15561804
075 6229757

Locatie Honky Tonk

Willem Sijpesteijnstraat 2a
1566 KH Assendelft

lefie@live.nl
06 15561804
075 7370008